Het belang van rolmodellen
- Merel Muller
- 13 mei
- 4 minuten om te lezen
Als tiener zag ik bijna niemand zoals ik. Niet op televisie, niet in de politiek, niet op werkplekken. Ik zag vrijwel geen disabled mensen en al zeker geen disabled vrouwen. Daardoor dacht ik al snel: dan zal ik dat ook wel niet kunnen. Als je jezelf nergens terugziet, hoe kan je dan geloven dat jouw toekomst meer kan zijn dan enkel overleven in een wereld die niet voor jou gebouwd is?
Een stille afwezigheid
In Nederland heeft meer dan 10% van de mensen een beperking (afhankelijk van welk onderzoek je aanhoudt, maar voor nu doen we het even met die 10%). Maar in de politiek heeft minder dan 0,5% van de volksvertegenwoordigers zelf een beperking. Dus daar waar beslissingen genomen worden over onze levens, onze zorg, onze rechten, worden wij totaal ondervertegenwoordigd en die kloof is enorm veelzeggend.
Hoe kan je beleid maken dat recht doet aan de ervaring van disabled mensen, als die mensen niet aan tafel zitten? Hoe kan je opkomen voor onze rechten als ons perspectief structureel ontbreekt aan de beleidstafels?
Volksvertegenwoordiging hoort een afspiegeling te zijn van de samenleving, maar voor veel gemarginaliseerde groepen voelt het vaak alsof we niet bestaan in de politieke werkelijkheid. En Ɣls er al iemand is die voor onze rechten opkomt, zit diegene nog al te vaak bij een partij waar je je verder niet thuisvoelt, of is het iemand die de doelgroep niet echt meer vertegenwoordigt. Het is alsof je zou moeten kiezen tussen een deel van je identiteit en je idealen. Dat is iets wat je niet van iemand zou mogen vragen.
Als disabled tiener zag ik vrijwel niemand in de politiek met een zichtbare beperking, laat staan mensen met een onzichtbare beperking die daar open over waren. De politiek, en eigenlijk de gehele publieke ruimte, lijkt niet voor ons bedoeld. En als je vrijwel nooit iemand ziet zoals jij op zulke plekken, wordt het bijna onmogelijk om jezelf daar ooit voor te stellen.
Dat is niet alleen jammer, maar ook gevaarlijk. Want als we mensen structureel niet terugzien in besluitvorming, in de media, op invloedrijke posities, dan houden we het idee in stand dat zij er āniet bij horenā. En als dat je omgeving is, dan is het logisch dat je gaat twijfelen aan jezelf. Dit geldt uiteraard voor alle gemarginaliseerde groepen. Iedereen heeft rolmodellen nodig. Maar voor disabled mensen heeft dit nog een extra laag. We missen niet enkel de representatie, maar letterlijk de toegang tot bepaalde plekken. Door ontoegankelijke gebouwen wordt er gezegd dat wij āniet welkom zijnā. Dat doet iets met je beeld van wat er mogelijk is en met je gevoel mee te mogen doen.
De kracht van herkenning
Toch veranderde er iets toen ik actiever werd op sociale media. Langzaam maar zeker vond ik mensen die wƩl zo zijn als ik. Mensen die hun beperking niet verstoppen, maar meenemen in hun activisme, hun werk, hun leven. Mensen die laten zien dat disabled zijn niet betekent dat je passief hoeft te blijven en het leven alleen nog overleven is. Mensen die lieten zien dat je je plek niet hoeft te vragen, maar op kan eisen.
Dankzij sociale media had ik voor het eerst het gevoel dat ik niet alleen ben. Het liet me zien dat disabled mensen niet alleen bestaan, maar ook een leven opbouwen. Dat ze een visie, leiderschap, creativiteit en doorzettingsvermogen brengen. Dat voelde als thuiskomen.
Het ontmoeten van een rolmodel
Vrijdag 2 mei ontmoette ik tijdens de Verenigd Koninkrijk-reis van de 25e BKB academie: Lucy Webster.
Zij is een van mijn grootste rolmodellen. Iemand die ik al jaren volg en bewonder en wiens boek (The View From Down Here) uitkwam op een moment in mijn leven dat ik het heel hard nodig had. Die ontmoeting met haar raakte me meer dan ik van tevoren had gedacht. Want het is ƩƩn ding om iemand online te volgen en haar boek te lezen, maar iemand echt ontmoeten maakt het ineens tastbaar en echt. Het bevestigde voor mij nog eens wat ik eigenlijk ergens al wel wist, dat mijn stem gehoord mag worden en dat het wƩl kan.

Waarom het ertoe doet
Rolmodellen zijn niet zomaar āleukā of een āextraatjeā. Ze zijn essentieel. Want als je niet gezien wordt, word je ook niet meegenomen. Dan raken je belangen ondergesneeuwd of erger nog genegeerd. Het bevestigt je eigen bestaansrechten en het vertelt je dat je er toe doet.
Voor disabled mensen zijn rolmodellen extra belangrijk. We leven in een wereld die ons te vaak reduceert tot diagnoses, klachten of een kostenpost. Waar toegankelijkheid wordt gezien als iets voor later of als āextraā. Maar disabled zijn is zoveel meer dan dat. Het zit verweven in alles. Hoe steden worden ingericht, hoe onderwijs wordt vormgegeven, wie wordt aangenomen voor een baan, wie er op een podium staat, in een talkshow zit, hoe we praten over zorg, werk, liefde, klimaat en rechtvaardigheid.
Daarom is het zo belangrijk dat er mensen zijn die zichtbaar durven te zijn. Rolmodellen laten je zien wat mogelijk is en geven hoop. Ze geven taal aan dingen die je zelf soms niet uit durft te spreken en misschien wel het belangrijkste: ze geven je toestemming om te dromen.
Wat je niet ziet, kan je moeilijk worden
Ik begon dit verhaal met het gevoel dat ik als tiener niemand zag zoals ik. Geen voorbeelden, geen perspectieven, geen bevestiging dat mijn toekomst net zoveel waard was als die van anderen.
Nu, jaren later, weet ik hoe belangrijk het is om wel gezien te worden. Om jezelf terug te zien in de wereld om je heen. En ik weet ook dat de kracht van representatie niet alleen zit in de mensen die al zichtbaar zijn, maar in iedereen die besluit om ruimte in te gaan nemen en ruimte durft op te eisen.
Het heeft mij jaren gekost om te durven ruimte in te nemen en te geloven dat mijn stem en mijn perspectief ertoe doen. En ik geloof het ook voor jou, of je nu disabled bent of op een andere manier buiten de norm valt.
We hebben allemaal recht op zichtbaarheid, op invloed, op een plek aan tafel. Je hoeft niet te wachten tot iemand anders het voor je doet. Je mag die ruimte innemen: die is er ook voor jou.
ā Merel
ComentƔrios